COVID-19

Een tussentijdse overweging

Het virus COVID-19 kwam begin dit jaar opeens volop in de aandacht en we zijn nu een aantal maanden verder. Wie om zich heen kijkt, ziet grote veranderingen in de samenleving. Wat eerst als een probleem werd gezien voor het Verre Oosten werd opeens een ingrijpende ervaring in letterlijk elk huis. Een ‘lockdown’, om het maar in goed Nederlands uit te drukken, bleek alle sociale vanzelfsprekendheden op de tocht te zetten. Hoewel het virus in het voorjaar in West Europa sterk werd teruggedrongen, is er nog altijd het reële risico op nieuwe en grote uitbraken.

Hier in Europa dringt het niet echt tot ons door hoe snel wereldwijd de omvang van de epidemie toeneemt. Dat leidt op steeds meer plaatsen tot de zichtbaarder wordende sociale en economische gevolgen en ontwrichtingen waar ik in een eerder bericht al over sprak. Ook factoren als honger en armoede vlammen daardoor helaas weer op. In de komende tijd zal het gevolg van dit virus steeds duidelijker worden. Nu helder wordt dat de economische, sociale en psychische gevolgen wereldwijd groot zijn, wordt de vraag gesteld hoe we met dit virus om moeten gaan.
Intussen hopen we op een vaccin dat deze epidemie weet te stoppen. Maar zelfs wanneer het vaccin er komt, is het nog onduidelijk hoe je het aan de bevolking in alle continenten kan aanbieden. Het is te vrezen dat de best georganiseerde landen het voordeel zullen genieten en de mensen in de armere landen opnieuw achterin de rij komen.
Daar komt nog de achterdocht bij. Van diverse kanten is ons gevraagd om ons bijvoorbeeld uit te spreken tegen een vaccin vanwege eventuele bijkomende gevaren. Hoewel er grote financiële machten en belangen mee gemoeid zijn, is er ook bij velen een oprechte bewogenheid om een goed werkend vaccin aan de wereldbevolking te kunnen aanbieden. We zien het als een individuele onderscheiding en keuze om wel of niet gebruik te maken van het vaccin, ook wanneer ze te weinig getest is op de betrouwbaarheid.
Naast het vaccin zouden we ons moeten uitspreken tegen nieuwe ontwikkelingen rond de zendmasten die volgens bepaalde groepen bijdragen aan de verspreiding van het virus. Ook zouden we moeten waarschuwen voor de hoax van de anderhalve meter samenleving en andere maatregelen omdat het een opgelegde mogelijkheid is om iedereen onder controle van politieke en economische machten te brengen.
Dergelijke gedachtegangen raken niet de kern van het werkelijke probleem dat dieper ligt en te maken heeft met de bewustwording van ons mens-zijn. Wie zich tegen van alles moet blijven verzetten vanwege de eigen opborrelende angsten, blijft ook gevangen in al deze vraagstukken. Elke keer komt er weer een onderwerp waar de ongestilde angst zich dan op zal richten.

Ondanks de hoop van velen op een oplossing als door een vaccin is er een schok door de samenleving gegaan die niet meer zomaar kan worden weggenomen. Nu is gebleken dat ons natuurlijk bestaan ernstig ontwricht en bedreigd kan worden. Op zich is dat niet nieuw. Epidemieën zijn van alle tijden en hebben de mensheid vele keren getroffen. We hebben onterecht gedacht zover te zijn met de ontwikkeling van de medische kennis dat plagen en epidemieën ons niet meer kunnen raken. Het is een grote schok om nu te ervaren dat het natuurlijke bestaan onveilig was, is en zal blijven.
Dat geldt niet alleen voor ziekten die al of niet via een epidemie ons kunnen treffen. We zullen in de komende jaren meer en meer een wereldomvattende klimaatsverandering meemaken.De gevolgen daarvan voor de landbouw, de watervoorziening, de bewoning van grote gebieden, het verdwijnen van diersoorten en instorten van ecologische ketens van dierlijke en plantaardige levensvormen zullen intenser zijn dan dat wat we ons willen voorstellen.
Wie denkt dat deze veranderingen wel zullen meevallen, kan net als nu met het virus sterk overvallen worden door de zich almaar versnellende ontwikkelingen. Dat we de komst van het virus onderschat hebben, komt door de op angst gebaseerde collectieve ontkenning die in ons ligt om zo het gevaar niet te hoeven erkennen.

Onze veiligheid van deze tijd is relatief gebleken en geen wetenschap zal het antwoord kunnen bieden zolang onze houding ten opzichte van het leven niet verandert. We kunnen de natuur niet dwingen zich te voegen naar onze normen en waarden zonder haar ernstig te beschadigen. Wereldwijd zal het voor steeds grotere bevolkingsgroepen moeilijk tot onmogelijk worden te overleven.

Naast dat we alles kunnen doen om de veiligheid in de natuur af te dwingen is er een ander thema dat ons eerder zou moeten beroeren. Dat is de vraag waarom we leven en wat de betekenis daarvan is. De onveiligheid van het natuurlijke bestaan kunnen we zien als een uitdaging om deze vraag inhoudelijk op te pakken.
De wereld vraagt een omslag in het kijken naar waar het leven om draait en zolang we deze omslag niet maken, zullen we merken dat we het aardse bestaan niet op waarde schatten. We brengen onszelf in toenemende mate in de problemen doordat we omwille van het persoonlijk belang onze leefomgeving blijven aantasten.

Alles op een rij zettend zie ik de vele emoties die dit virus in onze samenleving doet opwaaien eerder als een gevolg van de schrik over onze onveiligheid. Laten we vooral de lering eruit halen dat het fysieke leven niet veilig is, wat we ook doen om dat wel zo te laten zijn. Het sterven is immers al met onze geboorte ingebakken in ons aardse bestaan, al doen we er alles aan om die wetenschap van ons af te duwen.

Hoe natuurlijk het ook is dat we streven naar een veiligheid van leven, we kunnen ons beter richten op de vraag wat de essentie van leven is. De veiligheid zit dan niet meer primair in de inspanning dit lichaam zo lang mogelijk in stand te houden, maar wordt dan gevonden in dat we innerlijk verstaan wie we zijn en wat onze bestaansgrond is. Dat is een wetenschap die eeuwigheidswaarde kent en het antwoord in zich draagt op onze strijd tegen de fysieke eindigheid.
Pas wanneer we eraan toe zijn om daarin verder tot begrip en herkenning te komen zullen we het leven zelf echt gaan herwaarderen om het wonderbaarlijke wat het ons te brengen heeft.
De angst hoeft dan niet meer de eerste drijfveer te zijn om te zorgen dat we veilig zijn en de verwondering over de schoonheid en de diepte van het bestaan opent zich voor onze ogen. We zullen dan geen epidemieën meer bestrijden uit angst, maar gezondheid gaan verstaan als iets dat zich in elk mens wil openbaren. We maken vanaf dat moment zelf deel uit van een zoektocht die een andere invalshoek heeft dan de huidige nadruk op de ontwikkeling van technieken, ook op medisch gebied. De vernieuwing wordt niet meer primair afgemeten aan de toename van de kunde in de wetenschap en de gezondheidszorg maar in het wakker worden in wie we in potentie zijn. Deze ontdekking leidt ook tot een geheel andere beleving van- en omgang met onze gezondheid, onze leefomgeving en  het milieu met alle levensvormen.